Een buitenlandse partij biedt 25% van de nominale waarde voor de onteigende SNS obligaties. Diverse banken hebben dit aanbod deze week zonder waarschuwing of nadere duiding aan hun cliënten doorgestuurd. De VEB waarschuwt onteigende SNS-obligatiehouders om hier niet zonder zorgvuldige overweging op in te gaan.
Gedupeerde SNS-beleggers hadden op 27 januari 2023 het arrest van de Hoge Raad verwacht in de schadeloosstellingsprocedure. Bijna 10 jaar na de onteigening zou duidelijk worden wat de waarde is. De Hoge Raad heeft het arrest niet uitgesproken, maar aangehouden tot 10 maart 2023. In de tussentijd probeert een buitenlandse partij kennelijk misbruik te maken van de situatie.
De buitenlandse partij die een bod doet van 25% op de onteigende obligaties is onbekend en zonder track record in de financiële wereld. De obligatiehouders moeten als onderdeel van de transactie ook afstand doen van hun vorderingen op de Nederlandse Staat.
De VEB is zeer kritisch op de banken en brokers die dit aanbod zonder nadere toelichting hebben doorgestuurd aan hun cliënten.
De buitenlandse partij doet overigens geen aanbod op de onteigende SNS-aandelen. Eerder werd duidelijk dat de waarde daarvan 0 euro is, zie dit artikel.
Hogere vergoeding
De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 11 februari 2021 een aanmerkelijk hogere waarde dan 25% per onteigende obligatie vastgesteld. “ [D]e aan de rechthebbenden toekomende schadeloosstelling ter zake van de onteigende effecten” verschilt per soort obligatie, zo blijkt uit de beschikking.
Bovendien komt boven op deze waarde nog de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot het moment van uitbetaling.
Stand van zaken
De minister is in cassatie gegaan bij de Hoge Raad tegen de beschikking van de Ondernemingskamer. Deze zomer werd duidelijk dat de Advocaat-Generaal aan de Hoge Raad adviseert het oordeel van de Ondernemingskamer in stand te laten, zie https://www.veb.net/artikel/08711/update-uitspraak-advocaat-generaal-over-waarde-onteigende-effecten-sns-reaal. In de meeste gevallen neemt de Hoge Raad het advies van de advocaat-generaal over.
Het arrest van de Hoge Raad staat nu op de rol van 10 maart 2023. Mogelijk wordt het arrest eerder of later uitgesproken. De VEB zal u hierover op haar website informeren.
Als de Hoge Raad inderdaad de beschikking van de Ondernemingskamer in stand laat, zal binnen 4 weken uitbetaling aan de onteigende obligatiehouders volgen. Als de Hoge Raad toch besluit de beschikking van de Ondernemingskamer te vernietigen, zal de uitbetaling mogelijk nog enkele jaren duren.
Zorgvuldige overweging vereist
De VEB raadt de onteigende obligatiehouders aan goed te kijken naar de waarde die de Ondernemingskamer in haar oordeel van 11 februari 2021 aan de betreffende obligaties heeft toegekend. Dit bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2013 tot het moment van uitbetaling. Dit zal aanmerkelijk hoger zijn dan de 25% die de buitenlandse partij nu aanbiedt. Binnen deze kaders zult u zelf een besluit moeten nemen of u uw obligaties aanbiedt.